Wat is MSK?

Musculoskeletale Geneeskunde is een medisch specialisme dat zich richt op de behandeling van klachten van, of gerelateerd aan het bewegingsapparaat. In veel gevallen is de arts in staat de klachten te verhelpen, zonder operaties of ziekenhuisopname. Na een beperkt aantal behandelingen zijn de meeste patiënten weer in staat pijnvrij te bewegen. Anders dan bij manuele therapie wordt de behandeling uitgevoerd door een regulier opgeleide arts. Deze heeft zich na zijn artsexamen gespecialiseerd in het onderzoeken en behandelen van klachten die samenhangen met houding en beweging. Van oorsprong zijn er twee technieken in de Musculoskeletale Geneeskunde: manipulatie (methode Eindhoven) en orthomanipulatie (methode Sickesz).

Artsen OrthoManuele Geneeskunde met een erkende opleiding staan ingeschreven in het Register OrthoManuele Geneeskunde. De artsen, inmiddels zo’n 160, voldoen aan standaardeisen ten aanzien van kwaliteit en aantallen patiënten. Ook houden zij de ontwikkelingen in hun vakgebied bij door regelmatige nascholing.

De basis voor de OrthoManuele geneeskunde werd in 1965 gelegd door de Amsterdamse arts M. Sickesz. Zij stelde vast dat veel klachten van het bewegings-apparaat te maken hebben met kleine, corrigeerbare afwijkingen in de wervelkolom, het bekken en de andere gewrichten.

Volgens Sickesz is het skelet namelijk in aanleg symmetrisch: alle gewrichten moeten in de juiste stand staan. Door een standafwijking raakt de functie van het gewricht en het aangrenzende zenuwstelsel verstoord. Millimeterkleine afwijkingen kunnen soms grote klachten veroorzaken en op termijn zelfs slijtage of hernia.

Sickesz ontwikkelde een effectieve methode om op systematische manier scheefstand en afwijkingen te corrigeren en zo de klachten te behandelen. Kenmerkend voor de methode Sickesz is de aandacht voor bekkenscheefstand en de gevolgen daarvan voor de wervelkolom.

Manuele geneeskunde is in de jaren 60-70 van de vorige eeuw in Nederland geïntro-duceerd door Frits Philips sr, die in het buitenland goede ervaringen had opgedaan met deze methode van behandelen van klachten van het bewegingsapparaat.

Bij overbelasting kan het lichaam bewust maatregelen nemen om de beweeglijkheid van een gewricht te beperken om het risico van (verdere) beschadiging te voorkómen. Meestal lost het lichaam de stoornis en daarmee de oorzaak van het probleem zelf op, maar als dat niet gebeurt kunnen klachten ontstaan. Bij de manipulatie-techniek wordt met een kleine, snelle maar vooral voorzichtige manoeuvre de functie van een gewricht hersteld;  daarbij treedt nogal eens een knap-pend geluid op. Dit hoort niet pijnlijk te zijn, en als het met de nodige zorg wordt uitgevoerd zijn de risico’s uitermate gering. Een andere techniek is die van de mobilisatie, waarbij met voorzichtige kleine bewegingen geleidelijk de beweeglijkheid van het gewricht wordt verbeterd.

De verschillen zijn eigenlijk niet zo groot. Ook bij het behandelen van problemen met het bewegingsapparaat zijn er meer wegen die naar Rome leiden. Het gaat in feite om twee methoden die hetzelfde willen bereiken, namelijk een gewrichtensysteem (bijvoorbeeld de onderrug) dat los is, recht staat en goed kan functioneren.

Orthomanipulatie benadert het probleem in eerste instantie via veranderingen in de stand van de botdelen. Bij manipulatie wordt eerst gekeken naar de manier waarop het gewricht kan bewegen en functioneert.

Dat brengt met zich mee dat de twee technieken een eigen manier van behandelen hebben: bij orthomanipulatie wordt de stand gecorrigeerd, waarna de functie verbetert. Bij manipulatie wordt de functie gecorrigeerd waardoor de stand verbetert.